Ervaren beoefenaars uit verschillende tradities laten hun licht schijnen op 'voltooid leven'.
Een groep Nederlanders wil het wettelijk mogelijk maken dat oude mensen die hun leven voltooid achten waardig kunnen sterven. Hulp daarbij is momenteel strafbaar. Om dit onderwerp op de politieke agenda te krijgen is het burgerinitiatief Uit Vrije Wil gestart. Hoe denken boeddhisten over het ‘voltooid leven’?
‘Geen idee wat een voltooid leven is.’ Voltooid leven klinkt Varamitra nogal technocratisch in de oren. ‘Alsof er een van te voren opgesteld levensplan bestaat waarin alle doelstellingen die bereikt dienen te worden, beschreven staan. Het mooie aan het leven is juist haar onvoorspelbaarheid. Ik weet dat veel mensen in deze tijd graag de controle willen houden over hun bestaan. Dat geldt voor het materiële bestaan, zoals financiële zekerheid of het oplappen van het aan verval onderhevige lichaam met botox. Het geldt ook voor het immateriële bestaan waarin veel mensen de garantie eisen dat er een rijk geestelijk en intellectueel leven tot aan het einde toe is voor hen.’ Edel Maex vindt eveneens het concept ‘voltooid leven’ illusoir. ‘Het is het scheppen bij uitstek van een zelf. Het wordt in alle boeddhistische tradities keer op keer herhaald zoals in het Diamant Sutra: “Had, Subhuti, een bodhisattva slechts een enkele gedachte aan een wezen, een zelf, persoon of een levensduur, dan zou zo iemand geen bodhisattva genoemd kunnen worden.” Leven is een continu proces. Er is niet echt een einde en niet echt een begin. De scheidslijnen die we er zelf in aanbrengen zijn willekeurig. Zelfbeschikking is in deze context geen recht; het is een onvervreemdbaar feit. We zijn wat we doen en we plukken daar de vruchten van, dat heet karma.’
Kringloop
Boeddhistisch gezien bestaat er helemaal geen voltooid leven, bevestigt Christa Anbeek, omdat elk leven overgaat in een volgend leven. ‘Er is niet een éénmalig leven dat gemarkeerd wordt door een begin en een einde. Van de omvattende kringloop van leven en dood zijn we een eigen, uniek onderdeel. Als wij ons meer kunnen identificeren met het geheel en leven in verbondenheid met alles en iedereen, lijden wij minder aan het afgescheiden zijn. Dat geldt ook in de laatste levensfase en in sterven en dood.’
‘Een leven is pas echt voltooid bij de laatste ademtocht’, zegt Wanda Sluyter. ‘Daarvoor val je zo volledig samen met het leven zoals dat op dat moment is, dat je het niet als “af” kunt zien voordat het zo ver is. En: op het moment dat je jouw leven niet meer vergelijkt met een leven zoals je graag zou willen, dan kan de gedachte dat het genoeg is geweest niet in je opkomen.’ Sluyter beseft dat dit heel gemakkelijk klinkt en dat het het overgrote deel van de mensen dit niet zo ervaart. ‘Want het inzicht om helemaal samen te vallen met het leven zoals zich dat nu aan je voordoet, is a hell of a job zoals mijn zen-meester placht uit te drukken. Laten we daarom voor iedereen die het leven wel voltooid acht de beëindiging ervan op een menswaardige wijze mogelijk maken. En aan allen voor wie dit nog niet geldt: blijf oefenen om samen te vallen met je bestaan.’
Managers van onze dood
Anbeek: ‘Het boeddhisme gaat ervan uit dat lijden, ziekte en ongeluk onlosmakelijk met het leven verbonden zijn. Gezondheid, geluk en leven wél willen en ziekte, ongeluk en verlies niet – dat kan niet. Het gaat er juist om alles te omarmen. Wij leven in een samenleving met een totaal andere tendens, er is de druk om altijd gelukkig, succesvol, fit en gezond te zijn. Zoals we soms worden voorgesteld als de managers van onze gezondheid, worden we kennelijk dus ook de managers van onze dood. Hier gaan waarden als autonomie en controle achter schuil, die naar mijn idee tot een onrealistisch niveau worden doorgevoerd.’
Ton Lathouwers herinnert zich eigen leermeester Masao Abe die hem ooit als antwoord op een ‘onmogelijke vraag’ zei: ‘Zelfs de Boeddha kan het je niet vertellen. Jij beslist. Wat jij onmiskenbaar, onweerstaanbaar in jezelf voelt, doe dat, zelfs als je er helemaal alleen in staat.’ Lathouwers verwijst naar een drietal monniken Channa, Godhika en Vakkali uit de tijd van de Boeddha die zwaar lijden te verduren hadden en euthanasie pleegden. ‘In alle drie de gevallen is de houding van de Boeddha uiterst begripvol. Ik ben er zeer door geraakt en dankbaar dat deze getuigenissen er zijn. Ook de Dalai Lama sprak in dit verband over de twee even grote maar hier tegengestelde prioriteiten van het boeddhisme “waarde van het leven en dus behoud van leven” en “het mededogen”. Hij concludeerde dat het bestaan van deze twee prioriteiten naast elkaar veronderstelt dat we van geval tot geval moeten beoordelen. Daarin beluister ik vooral zijn warme, menselijke, ondertoon van compassie. En die ondertoon van compassie raakt me persoonlijk het meest.’
Berg pillen
Sluyter: ‘Het einde van ieder leven zou op een menswaardige manier moeten gebeuren en niet, zoals een documentaire liet zien, met een berg pillen en een zak over het hoofd. Vanuit dat lijden bekeken, zou het goed zijn als het tot een einde komen van het leven wettelijk en praktisch gezien goed geregeld wordt. Professionals, mensen die medisch onderlegd zijn en een training hebben ontvangen hoe om te gaan met dit soort vragen zouden daar bij betrokken moeten zijn. De familie of vrienden van degene die zijn of haar leven als voltooid beschouwt zouden niet degenen moeten zijn bij wie dit verzoek wordt neergelegd. Assisteren bij het sterven is emotioneel belastend.’ Voor Varamitra is uiteindelijk de wens van de stervende leidend. Hij heeft met zijn moeder tijdens de laatste maanden van haar leven afspraken gemaakt over hoe zij zou willen sterven. Zij wilde zo natuurlijk mogelijk sterven. ‘Ik heb haar beloofd om mij volledig in te zetten om haar wens in te willigen. Het was op momenten zwaar maar het was nooit een last. Ik deed het uit liefde voor haar. Ik heb de laatste weken van haar leven samen met een paar van mijn zussen voor haar gezorgd. Dat was beslist niet gemakkelijk, want er was groot fysiek lijden. Op eigen kracht is zij dood gegaan. Haar dood ervaar ik als een grote overwinning op het lijden. Haar moment van sterven zal ik nooit vergeten. Maar als zij om actieve euthanasie had gevraagd, dan had ik mij daar ook voor ingezet. Voor mij zijn ziekte, ouderdom en dood ook nu al een grote leerschool, een bron van inspiratie en langzaam voortschrijdend inzicht. Dood gaan doe je niet alleen. Wie sterft deelt een leefwereld met familie en vrienden. Ik vind het belangrijk dat de wens van de stervende gedragen wordt door de familie en vrienden. Op deze wijze wordt het sterven nooit een last.’
Afdwingen
Varamitra is er beducht voor dat het helpen met de dood een instrumenteel-technische handeling wordt. ‘Als je sterven tot een recht maakt, komt er een moment dat mensen denken het sterven af te kunnen dwingen. Dan wordt het een last, zoals actieve euthanasie momenteel door veel artsen en verpleegkundigen als een last wordt ervaren.
Maex wordt als arts in een ziekenhuis vaak met vragen over sterven geconfronteerd. Hij maakt onderscheid tussen zijn persoonlijke mening en het recht van de ander om zelf een opvatting te hebben. ‘Omdat zelfdoding voor mij geen optie is betekent dat niet automatisch dat ik de ander het recht moet ontzeggen dit wel als optie te zien. Volkomen los van mijn bedenkingen bij het concept van voltooid leven is het lijden natuurlijk heel reëel. Het is het startpunt zelf van de zoektocht van de Boeddha. Ziekte, ouderdom en dood zijn de meest klassieke voorbeelden van lijden. We leven in een wereld waarin we krampachtig proberen het leven zinvol te maken. We beseffen niet dat deze poging de uiteindelijke zinloosheid van het leven impliceert. De dorst naar bestaan, bhava tanha, gaat over in dorst naar niet-bestaan, vibhava tanha. Wat niet verandert is de dorst.’ Maex ziet geen enkele zin in het verbieden van een goed bedoeld initiatief als Uit Vrije Wil. Wel zou hij iedereen meer onbevangenheid en minder krampachtigheid toewensen in het omgaan met de golven van leven en dood. ‘Maar het heeft ook geen zin dit initiatief te steunen. Het zou alleen de illusie onderhouden.’ Hij herinnert ons eraan dat wat we in het boeddhisme het achtvoudige pad noemen, het pad is dat leidt naar het ophouden van de dorst. ‘Het is duidelijk dat de initiatiefnemers van dit burgerinitiatief handelen uit mededogen, uit bekommernis om het lijden van hun medemens. Dat vraagt om erkenning. Daar staat tegenover dat als je een beetje van het pad van de Boeddha geproefd hebt, je weet dat er een alternatief is. Maar dit inzicht is op geen enkele manier afdwingbaar. Het kan niet in wetten gegoten worden. Het kan alleen maar groeien uit persoonlijke ervaring. Alleen onze eigen onbevangenheid kan anderen inspireren op een pad dat kan leiden naar meer vrijheid en geluk.’
Diana Vernooij is redactrice van Vorm&Leegte.
Edel Maex is psychiater, auteur, beoefent zen-meditatie bij de Zen Sangha in Antwerpen en is secretaris-generaal van de Boeddhistische Unie van België.
Varamitra is verbonden aan het Boeddhistisch Centrum Haaglanden en werkzaam bij het Ministerie van Justitie als hoofd boeddhistische geestelijke verzorging.
Ton Lathouwers is emeritus hoogleraar Russische letterkunde en is sinds 1987 leraar in de Chinese rinzai chan traditie. Hij leidt de Maha Karuna Ch’an.
Christa Anbeek staat in de zen-traditie en werkt als docent Boeddhisme aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.
Wanda Sluyter is filosofe. Ze leidt Zen.nl Eindhoven.
WEBSITE: Voltooidleven.nl.